René Van Someren
Arbeidsmarktdiscriminatie
Overheid en Onderwijs, Wat doen jullie?
Geplaatst: 13 juni, 2017
Arbeidsmarktdiscriminatie:
Overheid en Onderwijs, Wat doen jullie?
Enkele maanden geleden schonk ik hier aandacht aan het feit dat
veel werkgevers zich tijdens werving en selectie van personeel en
inhuurkrachten schuldig maken aan arbeidsmarktdiscriminatie.
Zij doen dat niet slechts op grond van etniciteit, maar ook op
grond van andere persoonskenmerken welke niets te maken hebben
met (vervulling van) de functie waarvoor men werft, zoals op
geslacht, leeftijd, of politieke voorkeur. Naar aanleiding
daarvan werden
Kamervragen gesteld. In
reactie daarop suggereerden de minister van sociale zaken en
werkgelegenheid en de minister van binnenlandse zaken en
koninkrijksrelaties, dat de Rijksoverheid zich wat dat aangaat
voorbeeldig gedraagt.
Uit
onderzoek blijkt nu dat de overheid veel vaker dan werkgevers
in de private sector, tijdens personeelswerving, de indruk wekt
verboden onderscheid te maken. De Rijksoverheid doet dat bijna
twee maal zo vaak als de private sector. Zij deed dat in maar
liefst 98 % van de onderzochte aanbiedingen van arbeid.
Iemand die de 49 is gepasseerd en de pech
heeft zonder baan te komen zitten, heeft in Nederland momenteel amper
3 % kans om ooit weer een vaste baan te krijgen. Ook de
grootste werkgever van Nederland, de overheid, lijkt hen die kans
liever niet te bieden.
De hoofdoorzaak van uitsluiting van
50-plussers op de arbeidsmarkt ligt niet in populaire stellingen,
zoals dat oudere
werklozen een hoger loon willen dan werkgevers willen geven.
Dat zou inhouden dat 50-plussers niet solliciteren op vacatures
waar een salarisindicatie is gegeven. In werkelijkheid solliciteren
zij zich suf, maar worden zij nauwelijks voor een
sollicitatiegesprek uitgenodigd, laat staan dat zij toekomen aan
salarisbespreking met een mogelijke toekomstige werkgever.
De hoofdoorzaak van die uitsluiting ligt
niet bij 50-plussers zelf, en daar moet ook niet de schuld worden
gelegd, of naar een oplossing worden gezocht. De hoofdoorzaak van
die uitsluiting is leeftijdsdiscriminatie. Die
discriminatie vindt primair plaats tijdens de preselectie
(brievenselectie) en is voornamelijk gedreven door emotie en niet
door rationele overwegingen.
In sommige gemeenten hebben ambtenaren en
ingehuurde ZZP-ers blijkbaar de opdracht gekregen om getroffen
50-plussers op hun huid zitten, te betuttelen en hen te
behandelen alsof zij werkschuw en onbekwaam zijn. Omdat men
om welke reden dan ook overwegend liever andere
verschijnselen wil aanwijzen als hoofdoorzaak, wordt de
werkelijke hoofdoorzaak niet aangepakt en blijft het probleem
bestaan.
Bepaalde gemeentes, zoals Amsterdam,
gaan 50-plussers begeleiding geven die, naar hun mening, beter
aansluit bij geboden mogelijkheden voor ouderen op de
arbeidsmarkt. Een dergelijke aanpak is ongetwijfeld goed bedoeld,
maar feitelijk voedt dit het probleem, zonder een oplossing te
bieden. Iedereen moet op de arbeidsmarkt juist gelijke
mogelijkheden krijgen, ongeacht leeftijd of andere
persoonskenmerken die irrelevant zijn voor bepaalde functies. De
getroffen werkzoekenden zijn door leeftijdsdiscriminatie in hun
huidige situatie verzeild geraakt. Nóg meer
leeftijdsdiscriminatie haalt hen daar niet uit, opheffing van die
discriminatie wel.
In veel gevallen moeten getroffen
50-plussers hun
eigen woning, financiële reserves en andere
vermogens opeten om te overleven. Nog in de bloei
van hun leven zien zij zo hun toekomstplannen en hun kans op
waardig ouder worden, dag na dag, voor hun ogen verder
uiteenvallen. Dit heeft een vernietigende impact op hun gezinnen
en relaties. Zo stijgt
het aantal echtscheidingen onder 50-plussers de laatste 10 jaren
gestaag.
Sinds de inwerkingtreding van de
participatiewet op 1 januari 2015 steeg
het aantal zelfdodingen in Nederland tot het hoogste cijfer ooit.
Ik heb geen onderzoek gedaan naar het verband tussen die beide
aspecten. Als wetenschapper weet ik dat correlatie niet
automatisch wijst op causaliteit. Als mens kan ik mij goed
voorstellen dat de uitzichtloosheid, geldproblemen en druk van
diverse instanties veel 50-plussers tot wanhoop kan drijven.
De gelukkige enkeling die er wel in slaagt
om weer werk te krijgen, slaagt daar ook in zonder voortdurend vernederende
verantwoording af te leggen, zinloze cursussen te volgen en
taakstraffen uit te voeren. De gemeenschapsgelden die daarvoor
worden aangewend staan
niet in verhouding tot de positieve resultaten die daarmee worden
geboekt. Integendeel, in de praktijk lijkt de grens voor
leeftijdsdiscriminatie snel te dalen, waardoor inmiddels veel
werkgevers iemand van amper 40 jaren al als oud
beschouwen. Ondanks dat 20-ers
en 30-ers na zon 3-5 jaren van baan verwisselen, wil
men omwille van continuïteit liever niemand boven de
40 aannemen. Dit, terwijl een 40-er misschien nog wel 28 jaren
trouw voor een werkgever wil werken.
Een
petitie om getroffen 50-plussers vrij te stellen van allerlei
zinloze verplichtingen is sympathiek en een nuttige bijdrage
aan herstel van de menswaardigheid van een groot deel van onze
medeburgers. Maar uiteraard is dit symptoombestrijding en geen
oplossing. De enige oplossing is natuurlijk opheffing van
arbeidsmarktdiscriminatie.
Arbeidsmarktdiscriminatie is niet alleen
vervelend voor de gezinnen die dit treft, maar het mag
gewoonweg niet. Arbeidsmarktdiscriminatie is in Nederland verboden.
In het licht van haar eigen gedragingen komen de antidiscriminatie
campagne en websites van de Rijksoverheid wat vreemd over.
Toch heb ik er veel vertrouwen in dat politici,
ambtenaren, inclusief HRM-ers binnen de overheid, maar ook
daarbuiten, in wezen goede mensen zijn die het beste met anderen
voor hebben. Ik denk dat arbeidsmarktdiscriminatie en de ineffectieve
(soms destructieve) aanpak daarvan meer te wijten is aan
onwetendheid, onkunde en onbegrip dan aan onwil.
Die onwetendheid is deels toe te schrijven
aan een omissie binnen het onderwijs. Zelfs binnen het
HRM-onderwijs wordt geen of nauwelijks aandacht geschonken aan
gelijkbehandelingswetgeving. Noch in het MBO, noch in het HBO
maakt dit deel uit van officiële les- of examenstof.
Ook worden nog weinig werkgevers en
arbeidsbemiddelaars bij overtreding van
gelijkbehandelingswetgeving op hun vingers getikt.
Een belangrijke reden daarvoor lijkt te zijn dat, in verhouding
tot het totaal, slechts enkele benadeelde sollicitanten met een
klacht naar de rechter of het College
voor de Rechten van de Mens stappen.
Ook over dit onderwerp leg en onderhoud ik
contacten met het onderwijs, overheid en het bedrijfsleven. De
eerste reacties die ik vanuit het onderwijs heb ontvangen bieden
hoop dat daar binnen afzienbare tijd meer aandacht aan dit
onderwerp zal worden geschonken.
Mensen blijven mensen.
Arbeidsmarktdiscriminatie zal daarom nooit volledig verdwijnen.
Meer bewustwording lijkt een eerste stap op
weg naar significante vermindering ervan, waardoor meer mensen
een eerlijke kans krijgen om volledig bij te dragen aan, én te
delen in de welvaart van dit land. Dit vereist, in ieder geval,
aanpassing van het (HRM-)onderwijs en (bij)scholing van de
huidige (HRM)praktijk.
Een verslag van het recente onderzoek is
onlangs gepubliceerd in Het Tijdschrift voor HRM (https://tijdschriftvoorhrm.nl/verboden-onderscheid-arbeidsverhouding/)
dr. mr. René Van Someren is een onafhankelijke onderzoeker, adviseur en auteur.
Ook geeft hij in diverse onderwerpen les en voorlichting.
Zijn persoonlijke website is: www.rene.vansomeren.org
Zijn blog vind je op: http://www.rene.vansomeren.org/blog.htm
|